Steelwratje (Fibroom)
Een Steelwratje is een goedaardig uitgroeisel van het bindweefsel. Het is vaak huidkleurig of lichtbruin van kleur. Het is nog onduidelijk hoe deze uitgroeisels ontstaan. De wratjes komen vaak voor onder de oksels, in de hals en liezen of rond de ogen. Ze gaan niet vanzelf weg en u kunt niets doen om het ontstaan van deze fibroompjes te voorkomen.
Weghalen
Meestal halen we een steelwratje weg met een cauterpen. Deze pen heeft een lus die om het wratje heengaat. De cauterpen wordt verhit waardoor het wratje loslaat. Voor de ingreep verdoven we uw huid lokaal.
Na de ingreep krijgt u op de plaats van behandeling een brandwondenzalf. Deze zalf moet u 24 uur laten zitten. Daarna droogt de huid in en ontstaat een korstje. Dit valt vanzelf af. U heeft bijna geen littekenvorming.
Verstopte talgklier (Atheroom)
Talg is een vette ‘huidsmeer’ die uw huid soepel houdt. Soms raakt een talgklier verstopt. De klier zwelt dan op tot een bolletje vol talg. Dat noemen we een talgkliercyste (of atheroomcyste). De cysten komen vooral voor op hoofd, nek en rug. Een talgkliercyste kan geen kwaad. Als u er toch last van heeft, kunnen we de cyste weghalen.
Weghalen
U krijgt eerst een prik om de huid rondom de cyste te verdoven. Als de huid gevoelloos is, snijden we de cyste voorzichtig weg. Daarna hechten we de wond. De hechtingen moeten vijf tot twaalf dagen blijven zitten, afhankelijk van de plek op uw lichaam.
Wond drooghouden
Houd na het hechten de wond minimaal 48 uur droog en laat het verband zitten. Een droge wond geneest mooier. Als u meteen onder de douche gaat, kan de wond infecteren. Dan wordt het litteken minder mooi. Verwissel het verband alleen als de wond weer is gaan bloeden, of als het verband nat of vuil is. Op het hoofd gebruiken we meestal geen verband.
Als de verdoving is uitgewerkt, doet de wond meestal een beetje pijn. Het kan dat u de hechtdraden wat voelt trekken. Als u veel last heeft van de pijn, kunt u een of twee tabletjes paracetamol slikken (500 mg).
Moedervlek (Naevi)
Een moedervlek is een verdikking of vlek op de huid. Deze kan licht of donker gekleurd zijn. Dit komt doordat een moedervlek ontstaat uit een concentratie van cellen die pigment kunnen vormen. De hoeveelheid pigment bepaalt de kleur van de moedervlek. De meeste moedervlekken ontstaan in de kindertijd, maar ook op latere leeftijd kunnen zij ontstaan. Moedervlekken kunnen vlak of bol, rond, ovaal of rafelig zijn.
Houd moedervlekken in de gaten
Een moedervlek heeft een zeer klein risico om kwaadaardig te worden. Daarom is het goed moedervlekken in de gaten te houden. Als een moedervlek asymmetrisch is, geen duidelijke rand heeft, bestaat uit meer dan twee kleuren, plotseling verandert of groter is 6 mm. is het verstandig langs te komen. Ook als een moedervlek jeukt of gemakkelijk bloedt kijken we graag even. We kunnen dan besluiten of we de moedervlek weghalen.
Weghalen
U krijgt een prik die de huid op de plek van de ingreep verdooft. Als de huid verdoofd is, maken we een sneetje in de huid. We snijden de moedervlek en een klein omliggend stukje huid voorzichtig weg. Daarna hechten we de wond meestal. De hechtingen kunnen na vijf tot veertien dagen worden verwijderd. We sturen een moedervlek meestal voor onderzoek naar het laboratorium.
Na de ingreep
Maakt u na de ingreep een afspraak om de hechtingen te verwijderen. Als u gestopt bent met bloedverdunners, mag u daar op de dag van de ingreep weer mee beginnen. Soms kan het wondje wat branden of kunnen de hechtingen trekken. Zo nodig kunt u dan een pijnstiller nemen (maximaal vier keer per dag twee paracetamol van 500 mg).
Douchen
Laat het verband als het kan minstens 24 uur zitten. Verwissel het verband alleen als de wond weer is gaan bloeden, of als het verband nat of vuil is.
De hechtingen kunnen irritatie geven, waardoor de huid wat rood wordt. Dit is geen reden voor ongerustheid. U mag niet in bad of zwemmen zolang u hechtingen heeft. Wel mag u na 24 uur weer douchen. Verwijder het verband als u gaat douchen en dek de wond na het douchen weer af met gaas of pleister.
Voorzichtig bewegen
Vermijd snelle, onverwachte of ongewone bewegingen, vooral als de hechtingen bij gewrichten of op uw rug zitten. De wond kan dan opengaan, ondanks de hechtingen. Hierdoor duurt het langer voor de huid geneest en kan een breder litteken ontstaan. Bescherm het litteken tegen de zon, totdat de huid genezen is. Zo voorkomt u dat het litteken blijvend verkleurt.
Litteken
Hoe de wond eruit komt te zien valt niet te voorspellen. Soms geneest een wond heel mooi. Het litteken valt dan nauwelijks op. Soms wordt het litteken dik en blijft het duidelijk zichtbaar. Als u een donkere huid heeft, blijft het litteken vaak beter zichtbaar.
Wondinfectie
Bij dit soort ingrepen in de huisartsenpraktijk komen zelden wondinfecties voor. Neem contact op met de huisartspraktijk of de huisartsenpost als er toch tekenen zijn van een infectie, bijvoorbeeld bij roodheid, pijn en zwelling rond de wond, of als er pus uit de wond komt. Ook koorts is een teken van wondinfectie.
Vetbultje (Lipoom)
Een vetbultje is goedaardig en hoeft niet te worden behandeld. Als het in de weg zit of als u het storend vindt, kan dat een reden zijn om het bultje weg te laten halen.
Weghalen
Het vetbultje en de huid er omheen worden ontsmet. U krijgt een prik die de huid op de plek van de ingreep verdooft. De verdoving werkt snel. Vaak binnen een minuut. Als de huid verdoofd is, maken we een sneetje in de huid en snijden we het vetbultje voorzichtig weg. Daarna hechten we de wond meestal. De hechtingen kunnen na vijf tot veertien dagen worden verwijderd. Er wordt een pleister of verband op de wond gedaan. Soms sturen we het weggesneden bultje voor onderzoek naar het laboratorium.
Na de ingreep
U maakt een afspraak voor het verwijderen van de hechtingen. Als u gestopt bent met bloedverdunners, mag u daar op de dag van de ingreep weer mee beginnen. Soms kan het wondje wat branden of kunnen de hechtingen trekken. Zo nodig kunt u dan een pijnstiller nemen (maximaal vier keer per dag twee paracetamol van 500 mg). Bijvoorbeeld als u door de pijn van het wondje niet goed kunt slapen.
Douchen
Laat het verband als het kan minstens 24 uur zitten. Verwissel het verband alleen als de wond weer is gaan bloeden, of als het verband nat of vuil is. De hechtingen kunnen irritatie geven, waardoor de huid wat rood wordt. Dit is geen reden voor ongerustheid. U mag niet in bad of zwemmen zolang u hechtingen heeft. Wel mag u na 24 uur weer douchen. Verwijder het verband als u gaat douchen. Dek de wond na het douchen weer af met gaas of pleister.
Voorzichtig bewegen
Vermijd snelle, onverwachte of ongewone bewegingen, vooral als de hechtingen bij gewrichten of op uw rug zitten. De wond kan dan opengaan, ondanks de hechtingen. Hierdoor duurt het langer voor de huid geneest en kan een breder litteken ontstaan. Bescherm het litteken tegen de zon, totdat de huid genezen is. Zo voorkomt u dat het litteken blijvend verkleurt.
Litteken
Hoe de wond eruit komt te zien valt niet te voorspellen. Soms geneest een wond heel mooi, het litteken valt dan nauwelijks op. Soms wordt het litteken dik en blijft het duidelijk zichtbaar. Als u een donkere huid heeft, blijft het litteken vaak beter zichtbaar
Wondinfectie
Bij dit soort ingrepen in de huisartsenpraktijk komen zelden wondinfecties voor. Neem contact op met de huisartspraktijk of de huisartsenpost als er toch tekenen zijn van een infectie, bijvoorbeeld bij roodheid, pijn en zwelling rond de wond, of als er pus uit de wond komt. Ook koorts is een teken van wondinfectie.
Ingegroeide teennagel
Bij een ingegroeide teennagel groeit het puntje van de zijkant van de teennagel in het omliggende nagelbed. Meestal ontstaat dit aan de grote teen. Er ontstaat dan een klein wondje. Vervolgens gaat dit ontsteken. Na een tijdje kan er ‘wild vlees’ ontstaan. Ingegroeide teennagels komen het meest voor bij jongeren tussen de 15 en 24 jaar.
Bij een ingegroeide teennagel is de grote teen pijnlijk, rood en gezwollen. Als u staat en loopt wordt de pijn erger. Vaak is het dragen van gewone schoenen niet meer mogelijk. Als u al wat langer een ingegroeide teennagel heeft, kan er door langdurige ontsteking ‘wild vlees’ en pus ontstaan.
Oorzaken
Mogelijke oorzaken van een ingegroeide teennagel zijn:
- Grote druk op de teen door knellende schoenen
- Het rondknippen van de nagels in plaats van recht afknippen
- Kromme teennagels
- Verwonding/kneuzing van de grote teen
- Aan de teennagels peuteren
- Overmatig zweten aan de voeten
Weken
Bij pijn, roodheid of zwelling van de teenrand langs de nagel kunt u de voet twee keer per dag tien minuten weken in warm water. Doe in het warme water een schep inweekmiddel of soda. Of dit advies tot snellere genezing leidt is niet bekend. Sommige mensen vinden het prettig en verzachtend, anderen geven aan dat de huid en het ontstoken gebied er alleen maar weker van wordt. Draag in ieder geval ruime schoenen of slippers, zodat er geen druk komt op de teen en teennagel.
Behandeling
Bij een ingegroeide teennagel kunnen we een watje of een rubber gootje onder de nagel aanbrengen. Hierdoor groeit de nagelpunt over het nagelbed heen. We kunnen het ‘wild vlees’ aanstippen met zilvernitraat. Het is niet bekend of dit echt helpt. Houdt u klachten en wordt de ontsteking erger, dan kunnen we uit twee behandelingen kiezen.
Bij beide behandelingen krijgt u twee verdovende prikken links en rechts in de basis van de teen. Daarna wordt er een rubberen band of elastiek strak om de teenbasis gebonden om de bloedtoevoer even te stoppen.
Wegsnijden lengtestrook van teennagel (partiële nagelextractie)
Hierbij knippen we de teennagel in de lengte in tot onder de nagelriem. Het nageldeel aan de kant van de ingroei trekken we daarna met een tangetje weg. Dan brengen we een wattenstaafje, gedoopt in de vloeistof fenol 80%, onder de nagelriem in het nagelbed aan. Dit wattenstaafje blijft een tijdje zitten. Fenol is een stof die het stukje wortel van de nagel laat afsterven. Het verwijderde strookje nagel groeit dan niet terug. Daarna spoelen we de wond met 70% alcohol. De teen wordt netjes verbonden.
Wegsnijden van driehoekje van nagel en nagelbed (wigexcisie)
Bij de wigexcisie snijden we een wig (driehoek) van de ingegroeide nagel, samen met een stukje nagelbed en nagelwal weg.
Na behandeling
Na behandeling van een ingegroeide teennagel mag u de voet normaal gebruiken. U kunt de eerste dagen het beste een ruimere schoen of slipper dragen. Rust is niet nodig. Douchen mag nog niet de eerste drie dagen. Heeft u de eerste uren na de ingreep pijn? Of is er veel bloed door het gaas zichtbaar? Dan kunt u de voet het beste hoog leggen. Haal het verband er dan af en doe er nieuw verband omheen.
Na drie dagen mag u het verband eraf halen. Vaak zit het verband aan de wond vastgeplakt. Dan kunt u met de voet in een lauwwarm badje gaan zitten om het verband los te weken. De eerste dagen kunt u een of twee keer per dag een pleister op de wond doen. Meestal blijft de wond namelijk nog een tijd vochtig. Als de nagel rustig blijft en geneest is nacontrole niet nodig.
Contact opnemen
Neem na behandeling van een ingegroeide teennagel contact met de praktijk op in deze situaties:
U meer pijn krijgt en de teen dik en rood wordt. Deze verschijnselen kunnen wijzen op een wondinfectie. Dagelijks met de voet in een sodabadje kan dan helpen. Soms zijn antibiotica nodig.
Na een paar weken is de teen nog niet tot rust gekomen. Dit betekent meestal dat de ingegroeide nagel niet compleet is weggehaald. Dan kan de operatie nog een keer nodig zijn.
Na een paar maanden komen de klachten toch weer terug. De nagel kan dan vanuit het nagelbed weer gegroeid zijn. Dan kan de operatie nog een keer nodig zijn.